De embedded softwareontwikkeling start gelijktijdig met de elektronicaontwikkeling. Om te laten zien dat een eerste prototype werkt, moet ook de software werken. De software zal in die fase nog niet perfect zijn, maar wel laten zien dat het product werkt. De software wordt geschreven in Linux en moet perfect zijn om geprogrammeerd te worden in alle producten. Na het schrijven van de software wordt deze uitgebreid getest. Door het testen worden alle bugs uit de software gehaald totdat hij perfect functioneert. Het voordeel van software is dat deze maar een keer ontwikkeld hoeft te worden en er geen productiekosten zijn. Het maak niet uit hoeveel producten er volgen. Er kleeft wel een nadeel aan deze manier. Als er een bug gevonden wordt in de geprogrammeerde software, dan moeten alle producten opnieuw geprogrammeerd worden